Het scannen van externe opslag

De opslag van gegevens met Externe opslag vindt plaats op een hiërarchische wijze, met twee gedefinieerde niveaus.

Twee opslagniveaus:
  • Bovenste niveau, lokale opslag – Dit bevat de NTFS-schijfvolumes van de computer waarop Externe opslag wordt uitgevoerd onder Windows 2000 Server.
  • Laagste niveau, externe opslag – Dit bevindt zich in de automatische tape-opslagplaats, of op een zelfstandig tapestation dat is verbonden met de servercomputer.

Externe opslag zorgt ervoor dat bestanden die daarvoor in aanmerking komen, vanaf de lokale volumes automatisch naar een tapeopslagplaats worden gekopieerd. Vervolgens wordt de beschikbare ruimte op de lokale volumes bewaakt. Bestandsgegevens worden lokaal in het cachegeheugen geplaatst, zodat de gegevens desgewenst snel kunnen worden opgeroepen. Indien nodig worden de gegevens van de lokale opslag naar de externe opslag verplaatst Wanneer u een bestand wilt openen op een volume dat wordt beheerd met Externe opslag, kunt u het bestand gewoon openen. Als de gegevens voor het bestand niet meer op het lokale volume in het cachegeheugen staan, worden de gegevens opgeroepen uit een tape-opslagplaats.

Het scannen van externe opslag