Als bestanden naar schijf worden geschreven, scant de scanner bij toegang deze items:

• Inkomende bestanden die naar de vaste schijf worden geschreven.
• Bestanden die op de lokale vaste schijf of op een toegewezen netwerkstation worden gemaakt (waaronder nieuwe bestanden, gewijzigde bestanden of bestanden die worden gekopieerd of verplaatst van het ene station naar een ander station).
  Opmerking: Als u toegewezen netwerkstations scant, moet u de optie Op netwerkstations inschakelen. Raadpleeg Op netwerkstations inschakelen.

  Deze scans zijn alleen toegankelijk door dezelfde client als VirusScan Enterprise is geïnstalleerd. Toegang naar het toegewezen netwerkstation door andere systemen wordt niet gedetecteerd.

Als bestanden van schijf worden gelezen, scant de scanner bij toegang deze items:

• Uitgaande bestanden op de lokale vaste schijf of op toegewezen netwerkstations die worden gelezen.
  Opmerking: Als u toegewezen netwerkstations wilt scannen, selecteert u de optie Op netwerkstations, beschreven in de voorgaande items, om externe netwerkbestanden op te nemen.
• Alle bestanden die proberen een proces uit te voeren op de lokale vaste schijf.
• Alle bestanden die op de lokale vaste schijf worden geopend.
• Alle bestanden op de lokale vaste schijf die worden hernoemd, indien de bestandseigenschappen zijn gewijzigd.