Tabblad
| Definities
|
Processen |
- Beleid voor standaardprocessen bij toegang – Bepalen of u één scanbeleid wilt configureren voor alle processen of dat u verschillende scanmethoden wilt gebruiken voor standaardprocessen, processen met een laag risico en processen met een hoog risico.
Opmerking: Als u ervoor kiest om één scanbeleid te configureren, is dit beleid van toepassing op alle processen. Als u ervoor kiest om verschillende scanmethoden te configureren voor processen met een laag en hoog risico, is dit beleid alleen van toepassing op de processen die niet zijn geconfigureerd als processen met een laag of een hoog risico.
- Beleid bij toegang voor processen met laag risico – De processen opgeven die u als processen met een laag risico definieert.
- Beleid bij toegang voor processen met hoog risico – De processen opgeven die u als processen met een hoog risico definieert.
Opmerking: De optie Verschillende scanmethoden configureren voor processen met hoog of laag risico en voor standaardprocessen moet zijn geselecteerd op het tabblad Beleid voor standaardprocessen bij toegang voordat u afzonderlijk beleid voor processen met een laag en een hoog risico kunt configureren.
|
Items scannen |
- Configureren of de bestanden moeten worden gescand bij lezen, schrijven, op netwerkschijven en geopend voor back-up.
VOORZICHTIG:
Als u Bij schrijven naar schijf en Bij lezen van schijf niet inschakelt, is uw systeem niet beschermd tegen talrijke malwareaanvallen.
- Configureren welke bestanden en bestandstypen moeten worden gescand.
VOORZICHTIG:
Als u Alle bestanden niet inschakelt, is uw systeem niet beschermd tegen talrijke malwareaanvallen.
- Scannen op mogelijke dreigingen die lijken op ongewenste programma’s, Trojaanse paarden en macrovirussen.
- Scannen in archieven en MIME-bestanden decoderen.
- Scannen bij toegang instellen voor ongewenste programma’s.
|
Uitsluitingen | Configureren welke schijven, bestanden en mappen moeten worden uitgesloten van scannen.
|
Acties |
Voor detecties van dreigingen:
- De eerste actie die moet worden ondernomen wanneer een dreiging wordt gedetecteerd.
- De tweede actie die moet worden ondernomen voor een dreigingsdetectie als de eerste actie niet werkt.
Voor detecties van ongewenste programma’s:
- De eerste actie die moet worden ondernomen wanneer een ongewenst programma wordt gedetecteerd.
- De tweede actie die moet worden ondernomen voor een detectie van een ongewenst programma als de eerste actie niet werkt.
|
|