ePolicy Orchestrator 4.5 of 4.6

De algemene instellingen configureren die van toepassing zijn op het scannen van alle processen met deze gebruikersinterfaceconsole.

Taak

Klik voor optiedefinities op ? in de interface.

  1. Klik op Menu | Policy | Policy Catalog (Menu | Beleid | Beleidscatalogus) en selecteer VirusScan Enterprise 8.8.0 in de productenlijst. In de lijst met categorieën worden de beleidscategorieën weergegeven voor VirusScan Enterprise 8.8.0.
  2. Bewerk een bestaand beleid of maak een nieuw beleid: Een bestaand beleid bewerken
    1. Selecteer in de lijst Category (Categorie) de beleidscategorie.
    2. Klik in de kolom Actions (Acties) op de optie Edit Setting (Instelling bewerken) om de configuratiepagina voor het beleid te openen.

    Een nieuw beleid maken

    1. Klik op Actions | New Policy (Acties | Nieuw beleid) om het dialoogvenster New Policy (Nieuw beleid) te openen.
    2. Selecteer in de lijst Category (Categorie) een bestaand beleid.
    3. Selecteer een van de instellingen in de lijst Create a new policy based on this existing policy (Een nieuw beleid maken op basis van dit bestaande beleid).
    4. Voer een nieuwe naam voor het beleid in.
    5. Voer zo nodig opmerkingen in.
    6. Klik op OK. Het nieuwe beleid wordt weergegeven in de lijst met bestaande beleidsregels.
    7. Klik in de kolom Actions (Acties) van het nieuwe beleid op Edit Setting (Instelling bewerken) om de bevestigingspagina voor het beleid te openen.
  3. Selecteer in de lijst Settings for (Instellingen voor) de optie Workstation (Werkstation) of Server.
  4. Klik op de pagina On-Access General Policies (Algemeen beleid bij toegang) op de tab General (Algemeen) om het algemene beleid te configureren dat van toepassing is op alle scanbewerkingen bij toegang. Bijvoorbeeld welke items bij toegang moeten worden gescand, wanneer moet worden gescand, de maximale scantijd en of cookies moeten worden gescand.

    U kunt het scannen van alle processen die momenteel actief zijn op uw systeem configureren wanneer scannen bij toegang is ingeschakeld. Hierdoor wordt de beveiliging van uw systeem verbeterd, maar kan het invloed hebben op de prestaties tijdens het opstarten van uw systeem.

    Als u de scanfunctie voor processen bij inschakeling wilt configureren, klikt u in de groep Scannen op Processes on enable (Processen bij inschakeling) om alle processen te scannen die momenteel actief zijn op uw systeem wanneer scannen bij toegang is ingeschakeld.
    Opmerking: Als u deze functie inschakelt, kan dit van invloed zijn op de opstarttijd van uw systeem.
  5. Schakel op het tabblad ScriptScan de functie ScriptScan in en configureer alle processen of URL’s die u wilt uitsluiten van scannen.
  6. Stel op het tabblad Blocking (Blokkering) in dat verbindingen moeten worden geblokkeerd met externe computers die bestanden schrijven met mogelijke dreigingen of ongewenste programma’s.
    Opmerking: Als een extern systeem malware schrijft naar een systeem met VirusScan Enterprise, blokkeert VirusScan Enterprise standaard de verbinding met dat externe systeem.

    U kunt ook een bericht instellen dat naar het systeem wordt verzonden dat de malware heeft geschreven.

    Opmerking: U moet beschikken over Windows Messenger-service om dit bericht te kunnen verzenden.
  7. Stel op het tabblad Messages (Berichten) berichten in om lokale gebruikers met een ingesteld bericht op de hoogte te stellen wanneer detecties optreden, en geef aan welke acties de gebruiker kan ondernemen tegen de dreiging.
  8. Schakel op het tabblad Reports (Rapporten) de logboekbestanden voor de scanactiviteiten in en bepaal waar deze worden opgeslagen, wat het formaat is en de indeling, en eventuele aanvullende scanlogboekgegevens die kunnen helpen bij het bepalen van de dreiging.
    Opmerking: Deze logboekbestanden zijn erg handig als u een diagnose moet stellen van beveiligingsdreigingen en helpen te bepalen welke acties moeten worden ondernomen tegen deze dreigingen.

ePolicy Orchestrator 4.5 of 4.6