Om uw computer te beschermen tegen mogelijk ongewenste programma’s moet u categorieën van ongewenste programma’s instellen die moeten worden gedetecteerd in uw omgeving.

Het configuratieproces is een proces dat twee stappen omvat:

1. Configureer het Beleid voor ongewenste programma’s om te bepalen welke mogelijk ongewenste programma’s moeten worden gedetecteerd en uitgesloten:
   
   • De categorie programma’s of specifieke programma’s selecteren binnen een categorie in de vooraf gedefinieerde lijst die wordt geleverd bij het meest recente DAT-bestand.
   • Uitzonderingen opgeven.
   • Een lijst maken met door de gebruiker gedefinieerde programma’s die moeten worden gedetecteerd.

2. Schakel de detectie van ongewenste programma’s in de scanner bij toegang, de scanner op aanvraag en de e-mailscanner in en configureer vervolgens welke acties moeten worden ondernomen als een ongewenst programma wordt gedetecteerd.

Taken